Pepparkakor peperkoekjes
Zweedse pepparkakor zijn van oorsprong echte kerstkoekjes, rond eind november, wanneer in Zweden de kersttijd begint, bakken veel mensen ze thuis en eten ze bij een glaasje glögg (Zweedse gekruide warme wijn) Maar tegenwoordig kun je ze in Zweden het hele jaar door kopen.
Het onderstaande recept geeft je heel veel deeg, wat je niet gebruikt kun je makkelijk in de koelkast of diepvries bewaren, of je maakt gewoon de helft of een kwart van het recept. Ik verdeel het deeg altijd in 4 stukken en vries de overige stukken per stuk in, dan kun je elk moment verse koekjes bakken. Ook leuk om te doen met kinderen natuurlijk!
Je hebt nodig:
- 200 gr bruine basterd suiker
- 200 gr witte basterd suiker
- 200 gr stroop
- 150 ml water
- 300 gr boter
- 2 eetlepels kaneel
- 2 eetlepels gemberpoeder
- 2 eetlepels kruidnagelpoeder
- 1 kg bloem
- 1 eetlepel baking soda/ bi-carbonaat/ dubbel koolzure soda (te koop bij supermarkt)
Zo maak je het:
Verwarm de bruine- en witte suiker samen met de stroop en het water in een pan op een niet al te hoog vuur. Voeg de boter toe en laat deze smelten. Roer goed door en laat een beetje afkoelen. Voeg daarna de kaneel, gemberpoeder, kruidnagelpoeder en baking soda toe en roer goed door. Voeg de bloem toe en kneed tot een soepel deeg.
Het beste is om dit deeg een nacht in de koelkast te laten rusten, dus maak het deeg de avond van te voren.
Haal het deeg uit de koelkast en kneed het even door tot het soepel is, voeg eventueel nog wat bloem toe. verwarm de oven voor op 180 graden.
Rol het deeg uit met een deegroller tot een dunne laag en steek met behulp van koekvormpjes koekjes uit het deeg. Plaats de koekjes op een bakplaat die bedekt is met bakpapier en bak ze 8 tot 10 minuten in de voorverwarmde oven. Laat ze daarna afkoelen.
FOTOGRAFIE + TEKST © Anna Rubingh
