Kanelbullar  kaneelbroodjes (ca. 20 stuks)

Als er iets met Zweden geassocieerd wordt zijn het wel kaneelbroodjes. Die zachte zoete broodjes met hun ingerolde boter-kaneelvulling zijn tot ver buiten Zweden een echte "fika favoriet". Om zelf te maken zijn ze wel net iets meer werk dan je gemiddelde cake, je moet natuurlijk rekening houden met een rijstijd voor brood, maar zeker de moeite waard, want zoals de Zweden zeggen: hembakat är bäst, thuisgebakken is het beste.  Maak als je toch bezig bent lekker veel, je kunt ze gemakkelijk in vriezen en hebt dan altijd verse eigengemaakte kaneelbroodjes bij de hand!

Je hebt nodig:

voor het deeg

• 200 ml melk (bio)
• 80 gr boter (bio)
• 1/2 eetlepel gemalen kardemom
• 1 zakje gedroogde gist
• 1 bio ei
• 75 gr suiker
• 1/2 theelepel zout
• 500 gr bloem

voor de vulling

• 100 gr zachte roomboter (bio ) ( op kamertemperatuur)
• 50 gr  suiker
• 2 eetlepels kaneel
• voor er op
• ei
• parelsuiker (optioneel)
• of icing (zoals op de foto) (optioneel)

Zo maak je het:

Meng de inhoud van het zakje gist met de bloem samen met de suiker, het zout en de kardemom. Smelt de boter en doe de melk erdoor. Voeg het boter-melkmengsel en het ei toe aan het bloemmengsel en meng door elkaar en kneed het deeg vervolgens ca. 15 minuten. Bedek het deeg met een schone theedoek en laat het op kamertemperatuur ca. 30 tot 40 minuten rijzen.  

TIP: Ik heb een broodmachine waarin je ook gewoon deeg kunt maken en laten rijzen om vervolgens in de oven af te bakken en hoewel ook het handwerk leuk is is dit ook wel eens super handig, dus dat kun je ook doen als je een broodmachine hebt.

Rol het deeg uit tot een dikte van ca. 3mm en een breedte van ca. 30 cm. Meng voor de vulling de zachte boter (kamer temperatuur) met de kaneel en de suiker en verdeel dit over je uitgerolde deeg. Rol het deeg op en snij de rol in 20 plakken. Leg deze op met bakpapier bedekte bakplaten, bedek met een schone theedoek en laat ongeveer 30 minuten rijzen of tot de broodjes in maat verdubbeld zijn.  

Verwarm de over voor op 200 graden. Klop het ei en strijk dit mengsel (niet te dik)  over de broodjes (en bestrooi ze eventueel met parelsuiker (optioneel) . Bak de broodjes in 10 tot 12 minuten goudbruin.

Wil je icing maken zoals op de foto, meng dan een paar eetlepels poedersuiker met een klein beetje water zodat een mooie icing ontstaat (niet te dun en niet te dik, je kunt beter wat extra water toevoegen dan dat je er in eerste instantie al teveel in doet) en decoreer daarmee, als de broodjes zijn afgekoeld, je kaneelbroodjes. Je kunt dit gewoon met een lepel doen.

In Zweden worden kaneelbroodjes vaak bestrooid met parelsuiker voor het bakken, in Denemarken en Noorwegen, gebruiken ze vaak een icing die ze na het bakken gebruiken (zoals ik hier op de foto ook deed, ik hou niet van die harde stukken suiker op m'n kaneelbroodje) 

Voor kleine broodjes zoals je op de foto tussen de groteren ziet liggen  rol je de helft van het deeg uit tot en lap van ca. 50x20cm, besmeer deze met de helft van je kaneelvulling en rol de lap op (je rolt het breedste gedeelte) Snij de rol met een scherp mes in ca. 25 minibroodjes en laat  deze op een bakplaat rijzen onder een schone theedoek tot ze dubbel zo groot zijn (ca. 30 min.) Van de rest avn het deeg kun je dan grotere broodjes maken.

De kleine broodjes zijn lekker als koekjes vervanger bij de koffie, fika-time!

FOTOGRAFIE + TEKST © Anna Rubingh